Vrouw met twee gezichten

Ze wordt bejubeld vanwege haar invloed op de moderne kunst en met name het werk van Vincent van Gogh. Zo bevlogen als ze echter over haar kunstwerken was, zo kil bleek ze in haar persoonlijke leven. Wie was Helene Kröller-Müller (1869-1939), de vrouw met de twee gezichten?

Julie Emma Laura Helene Müller (later door haarzelf gewijzigd in Helene Emma Laura Juliane) werd op 11 februari 1869 in Duitsland geboren in een welgesteld, maar cultuurarm ondernemersgezin. Ze was slim en zat het liefst met haar neus in de boeken. Ze droomde ervan om te gaan studeren, maar dat was volgens haar ouders niet iets wat meisjes hoorden te doen. Helene moest trouwen en de familieplicht vervullen, zo prentte haar vader haar elke keer in als ze over haar ambities begon. Uiteindelijk zwichtte de jonge vrouw onder zijn druk en accepteerde ze het huwelijksaanzoek van Anton Kröller, de jongere broer van haar vaders compagnon. Ze was achttien toen ze trouwde en met haar kersverse echtgenoot naar Rotterdam verhuisde om een gezin te stichten. In 1889 beviel ze van haar eerste kind, een dochter, waarop nog drie zoons volgden.

Pure verveling

Het gezinsleven slokte Helene op en ruimte om haar eigen passies te ontwikkelen was er die eerste huwelijksjaren niet. Dat kwam pas rond haar zesendertigste. Haar echtgenoot had zich inmiddels opgewerkt tot hoofd van het transport- en mijnbouwbedrijf Müller & Co, dat wereldwijd succesvol was. En de familie had een luxeleven met eigen paarden, een jacht en een compleet autopark met Rolls-Royces en een Cadillac.
Zoals zo veel rijke echtgenotes zat Helene maar een beetje thuis en ze besloot, enthousiast gemaakt door haar dochter, een cursus kunstbeschouwing bij kunstschilder en -criticus Henk Bremmer te gaan volgen (later zou hij haar belangrijkste adviseur worden). Zijn emotionele en gepassioneerde manier van kijken naar kunst, was voor haar een openbaring. Zo gevoelloos als ze naar haar medemensen was – Helene stond bekend als een autoritaire en onsympathieke vrouw die geen vriendinnen had – zo bevlogen was ze als het om kunst ging. Ze zag zichzelf als iemand die op een dieper kunstzinnig niveau communiceerde en de mensen om haar heen waren volgens haar te oppervlakkig om dit te begrijpen.
De enige twee personen bij wie ze wel een diepgaande, bijna spirituele, connectie voelde, waren Bremmer en de twintig jaar jongere Sam van Deventer. Hij was een hockeyvriend van haar kinderen, maar werd nadat hij bij Müller & Co in dienst kwam al snel een huisvriend van de familie. Helene, die haar eigen kinderen als mislukkelingen beschouwde, zag in hem de zoon die ze nooit had gehad. Lange tijd gingen er geruchten dat ze een verhouding hadden. Maar de 3400 brieven die de familie van Sam in 2005 naliet aan de Stichting Kröller-Müller – hij en Helene correspondeerden dertig jaar lang intensief – laten geen amoureuze gevoelens van haar kant zien. Ja, Helene zag Sam zeker als haar zielsverwant, maar de echte verliefdheid kwam vooral van zijn zijde. Haar kinderen geloofden haar niet en verweten haar overspelig te zijn, wat de band met hun moeder nog meer verstoorde. Maar haar huwelijk met Anton kwam nooit in gevaar. Hij mocht Sam graag en accepteerde de hechte vriendschap die zijn vrouw met hem had.
Hoewel de relatie van Helene en Anton ontstond als een verstandshuwelijk, was er wel degelijk liefde en groot respect tussen die twee. En er was één grote passie die hen met elkaar verbond:de kunst.In totaal verzamelden ze gedurende hun leven zo’n 11.500 kunstwerken. Samen togen ze naar veilinghuizen op zoek naar kunstpareltjes, en als ze eenmaal begonnen met bieden, kon niemand tegen hen op.
Het verhaal gaat dat het echtpaar in 1912 een week naar Parijs ging en 115.000 gulden uitgaf aan kunst, waaronder tien werken van Vincent van Gogh. In die tijd een enorm bedrag, maar een koopje als je bedenkt wat zijn schilderijen nu waard zijn. Van Gogh was in die periode nog helemaal niet zo groot. De Kröller-Müllers zagen echter toen al zijn potentie en mede dankzij hun aankoopbeleid, plús door Helene georganiseerde exposities in Europese en Amerikaanse steden, is hij uitgegroeid tot de iconische schilder die hij nu is.Wat weinig mensen weten is dat het Kröller-Müller Museum, op de eigen familie na, de grootste collectieVan Goghs bezit. In 1913 organiseerde Helene haar eerste expositie met haar Van Gogh-schilderijen in het Haagse kantoor van Müller & Co. Het enorme succes hiervan deed haar beseffen dat haar collectie het delen waard was.Anton Kröller kocht uiteindelijk het pand naast het hoofdkantoor aan het Lange Voorhout in Den Haag om de groeiende collectie van zijn vrouw een plek te geven.

Een ZWARE baarmoederoperatie VERANDERDE haar KIJK OP KUNST

Kil en afstandelijk

Helene Kröller-Müller was niet alleen als persoon een contradictie – kil, maar bevlogen als het om kunst ging – ook als verzamelaar was ze iemand van tegenstellingen. Ze weigerde een richting te kiezen binnen de moderne kunst; ze hield er juist van om ouder en nieuwer werk, abstractie en realisme te combineren. Naast de Van Goghs verzamelde ze werk van onder anderen Jan en Charley Toorop, John Rädecker, Breitner, Mondriaan, Renoir, Picasso, Léger, Braque, Millet en Cézanne
Paradoxaal was ook de manier waarop ze met de kunstenaars omging die voor haar gingen werken. Ze had grote bewondering voor oorspronkelijke geesten en hun manier van kunstbenadering. Maar als ze eenmaal een opdracht van haar hadden gekregen, moesten ze toch echt háár ideeën verwezenlijken. Ze wist het altijd beter en als ze eenmaal iets in haar hoofd had, moest het zo en niet anders.
Dit escaleerde toen ze de beroemde architect Hendrik Petrus Berlage een museumvilla liet bouwen: Jachthuis Sint Hubertus, op de grond die het echtpaar had gekocht op de HogeVeluwe. Helene bemoeide zich met alles, was nooit tevreden met de ontwerpen en wilde elke week weer iets anders. Tegen de tijd dat het bouwproject eindelijk was afgerond, was hun verstandhouding ernstig bekoeld.
De kunstliefhebster had ambitieuze plannen voor een museum voor moderne kunst dat toegankelijk was voor iedereen, dus ook voor minder bedeelde mensen en scholieren. Tot dat moment hingen de musea vol met oude kunst, dus met haar streven naar algemene acceptatie van moderne kunst was ze haar tijd ver vooruit.
Helene kwam tot dit inzicht nadat ze op 42-jarige leeftijd een zware baarmoederoperatie moest ondergaan. Er was een kans dat ze dit niet zou overleven en dat veranderde haar kijk op kunst. Ze begon kunstwerken te verzamelen die ze niet alleen zelf bijzonder vond, maar die ook een grote waarde een voor iedereen toegankelijk rijksmuseum zou komen, en zo geschiedde. Het Kröller-Müller Museum is altijd in het tijdelijke pand gebleven, al is het in 1977 wel uitgebreid met extra expositiezalen, depots en een nieuwe entree, ontworpen door architect Wim Quist. De verbouwing liep dit keer een stuk voorspoediger, omdat Helene Kröller-Müller er zelf niet meer was om elk ontwerp af te keuren.

Andere VROUWEN vond ze ZWAK

Gefaald als moeder

Hoewel ze bekendstond als iemand die niet empathisch was en lastig om mee samen te werken, schetst biograaf Eva Rovers ook een andere kant van Helene in haar boek De eeuwigheid verzameld.
De kunsthistorica spitte de brieven en dagboeken door die de erven van Sam van Deventer schonken. Daaruit bleek ook haar gevoelige kant, die van een
vrouw die voelde dat ze had gefaald als moeder, omdat haar kinderen niet voldeden aan haar (veel te) hoge verwachtingen. Juist vanwege dat falen zocht ze haar levensdoel in iets anders: de kunst.Was zij in haar privéleven gelukkiger geweest, dan was het Kröller-Müller Museum er waarschijnlijk nooit gekomen.
Naast haar vriendschap met Sam van Deventer is ze in haar leven nooit echt intieme banden met mensen aangegaan. Andere vrouwen vond ze zwak en de kunsthandelaren met wie ze contact had, benaderde ze liever zakelijk, omdat een vriendschappelijke relatie hun wederzijdse belangen zou vertroebelen.
Helene had grote moeite met de vergaande NSB-banden die twee van haar zoons hadden. Toen een van hen – Toon – in 1938 stierf aan een hartaanval, voorkwam ze een verwijzing naar de NSB op zijn grafsteen.Toch had ze zelf ook wel degelijk sympathieën voor het nationaalsocialisme en vooroorlogse beleid van Adolf Hitler. Ze zag Hitler als de man die haar geliefde vaderland Duitsland weer groot en sterk had gemaakt en heeft hem zelfs een keer ontmoet. Zijn gruweldaden in de Tweede Wereldoorlog heeft zij echter nooit meegemaakt, omdat Helene Kröller-Müller op 14 december 1939 op zestigjarige leeftijd overleed. Ze werd begraven op het landgoed in Otterlo, op een plek die niet toegankelijk is voor het grote publiek. Haar echtgenoot overleed twee jaar later en kwam op dezelfde plek te liggen. Het was Sam van Deventer, op dat moment directeur van het museum, die zorgde dat hun kunstcollectie ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog heen kwam. Al werd hij daarna wel uit zijn functie gezet, omdat hij werd beschuldigd van collaboratie. Na zijn dood in 1972 werd ook Sam naast Helene begraven. Zo is ze tot op de dag van vandaag omringd door haar grootste liefdes: haar man, haar zielsverwant én haar gekoesterde kunstwerken.

Laatste nieuws