Frederik Brom & Nienke Römer

Door zijn relatie met actrice Nienke Römer verloor acteur Frederik Brom op slag zijn wilde haren. Ze kregen een hond, twee kinderen en een grotemensenhuis. Maar een tijdelijk bestaan als huisman bleek niet voor hem weggelegd. ‘Ik werd ter plekke verliefd’. 

Scène 1:
Najaar 2000. Theater en filmhuis De Toneelschuur in Haarlem.

Een jonge, aantrekkelijke acteur bezoekt een voorstelling van vierdejaarsstudenten van de Arnhemse toneelschool: Antigone. Zijn oog valt op een jonge, aantrekkelijke actrice die de rol van Antigone’s zus Ismene speelt.

F: ‘Ik was speciaal voor jou naar Haarlem gekomen.’
N: ‘Welnee, je kwam kijken naar een vriend die ook meespeelde.’
F: ‘In elk geval dacht ik meteen: wat een leuke Ismene. Na afloop hebben we voor het eerst even met elkaar gepraat. Ik werd ter plekke verliefd.’
N: ‘Dat zeg je altijd.’
F: ‘Wat zag je eigenlijk in mij, toen?
N: ‘Niet zoveel. Maar ik vond je wel erg aardig en attent. Tegenover die vriend dan, dat je die moeite had genomen.’

Scène 2:
Februari 2002. Het Openluchtmuseum in Arnhem.

De acteur is in vaste dienst bij Toneelgroep Oostpool en speelt in het toneelstuk Kleine luiden van Maxim Gorki. Ook de actrice, inmiddels afgestudeerd, heeft daarin een kleine rol.

F: ‘We speelden in een enorm decor dat was opgebouwd in het Openluchtmuseum. Een soort doorsnede van een poppenhuis was het, drie verdiepingen hoog. Het zolderkamertje was voor mij. Dat paste wel bij mijn rol van bevlogen positivist in een Rusland dat aan melancholie ten onder dreigde te gaan.’
N: ‘Ik speelde het dienstmeisje en huppelde door dat huis met een gigantische blonde pruik met vlechten.’
F: ‘Een collega-actrice tikte me aan en zei: “Dat is een meisje voor jou.” Maar in die tijd stond ik daar niet direct open voor, want ik was nogal druk aan het rommelen met allerlei vriendinnen.’
N: ‘Je was zo’n gast die het had over “wijven”, dus ik dacht: wat is dat voor een rare macho?’
F, zuchtend: ‘Volgens mij is jouw eerste indruk van mij door de jaren heen alleen maar erger geworden.’
N, stellig: ‘Ik verzin niets.’
F: ‘En toen bleek achter die stoere praat een heel gevoelige jongen schuil te gaan…’
N: ‘Daar kwam het eigenlijk wel op neer.’
F: ‘We logeerden met de hele ploeg in een hotel in de buurt. Dat was natuurlijk een beetje de kat op het spek binden. Bovendien waren onze personages in het stuk verliefd op elkaar, compleet met vrijscènes. Ik herinner me een try-out zonder publiek. Dat was best heftig.’
N: ‘De nacht die volgde, was nog heftiger. Terwijl het eigenlijk niet kon. Ik had een vriend met wie ik het niet uit durfde te maken omdat hij ook vlak voor een première zat. Maar daarna heb ik het wel snel verteld, want tussen ons was er geen houden meer aan.’
F: ‘Je ging weg bij je ex en kwam tijdelijk bij mij wonen, in mijn kelderappartementje aan de Keizersgracht. Dat was even wennen. Toen ik op een avond thuiskwam, bleek dat je een soort grote schoonmaak gehouden had. Alles was opgeruimd. Hallo, dacht ik, het is míjn rotzooi!’

‘Jij was zo’n gast die sprak over “wijven”. Wat is dat voor een rare macho? dacht ik’ – Nienke

Scène 3:
1 Mei 2003. Een woning aan de Amsterdamse Lindenstraat.

De acteur en de actrice gaan officieel samenwonen en kiezen meteen voor gezinsuitbreiding.

F: ‘Je hebt nog een tijd je eigen plek gehad, want mijn keldertje was echt te klein, maar na een jaar werden we moe van het pendelen: tandenborstel hier, tandenborstel daar. Toen bleek dat mijn broer en zijn vriendin zouden vertrekken uit hun appartementje aan de Lindenstraat, hebben wij onze kans gegrepen.’
N: ‘Het was nog steeds aan de krappe kant, maar wel leuk. Midden in de Jordaan, waar ik ben opgegroeid, tussen de restaurants en de winkeltjes.’
F: ‘Mijn rock ‘n’ roll-tijd was definitief voorbij. Ik had echt voor jou gekozen. Maar jij wilde nog een stap verder gaan.’
N: ‘Ik wilde mijn hele leven al een hond, en dit was een mooi moment.’
F: ‘Je had zelfs een grote hond in gedachten. Dat leek me geen goed idee op vijftig vierkante meter, hartje Amsterdam.’
N: ‘We kwamen uit bij een kooikerhondje, maar daarvoor bleek een wachtlijst van een jaar te zijn. Niets voor mij, dus ik ben gaan rondbellen en kwam via via terecht bij een nestje vlak over de Duitse grens waarvan de hondjes te wit waren volgens de normen. We zijn erheen gereden en hebben de meest mislukte uitgezocht.’
F: ‘Heel brutaal was hij.’
N: ‘Nieuwsgierig vooral. Jan hebben we hem genoemd. Het leven werd zo leuk met hem. Toen hij elf weken was, gingen we met ons drietjes op vakantie naar Frankrijk, met de caravan.’
F: ‘We voelden ons net een gezinnetje, en Jan was onze baby. We volgden de ene hondencursus na de andere. Best fijn in de stad, een hond die pats aan je knie staat. Maar toen we op een gegeven moment op een grasveld stonden met allemaal poortjes en wipwapjes, beseften we dat we misschien een tikje aan het doordraaien waren.’
N: ‘Intussen was er een echte baby op komst.’
F: ‘Jan was onbewust een soort testcase, zeg ik na twaalf jaar.’
N: ‘Volgens mij wilden we gewoon een hond èn kinderen.’

Scène 4:
5 September 2004. Een woning aan de Amsterdamse Aalsmeerweg.

De actrice en de acteur krijgen een dochter: Nele.

F: ‘Toen bleek dat je zwanger was, zijn we op zoek gegaan naar een koophuis. Ik ben opgegroeid in Brabant, en kende van Amsterdam alleen het centrum, maar ik kwam er al snel achter dat de woningen daar onbetaalbaar waren voor twee beginnende acteurs. Iets erbuiten vonden we gelukkig een leuk jaren 30-huisje met een tuin. De allereerste bewoner was er net uit, dus het moest wel flink verbouwd worden.’
N: ‘Herinner je je nog die akelige, botte loodgieter die steeds jouw werk zat af te kraken?
F: ‘Ik kon ook helemaal niet stuken. Maar we hebben wel zelf de badkamer betegeld, en geschilderd natuurlijk. Jij met een dikke buik. Ik weet nog dat het heel primair voelde. We waren fanatiek in de weer om op tijd ons nestje af te krijgen.’
N: ‘Nele is thuis geboren. Halverwege de bevalling kwam Jan nog aanzetten met een kluif in zijn bek. Hij moet gedacht hebben: het klinkt daar niet echt gezellig, dus laten we maar gaan spelen.’
F: ‘Tussen Jan en Nele ging het direct prima.’
N: ‘Ook door een goede tip die we hadden gekregen tijdens de hondentrainingen: ‘Geef je hond aandacht als de baby wakker is.’ Jan mocht nooit op de bank, maar wel toen ik Nele voedde. Daardoor associeerde hij haar vanaf het begin met iets positiefs. Hoogstens was het een beetje lastig dat hij ineens allerlei grote, angstaanjagende honden begon aan te vallen. Hij verdedigde de kinderwagen met zijn eigen leven.’

Scène 5:
20 Augustus 2005. Kasteel Eykenlust in het Brabantse dorp Beek en Donk.

De acteur en de actrice treden in het huwelijk en vieren feest op een landgoed met bijbehorend kasteel.

N: ‘Jij bent opgegroeid op een kasteeltje met een grote boomgaard eromheen. Jouw ouders wonen daar nog steeds. Die boomgaard leek ons de ideale plek voor de boerenbruiloft die we in gedachten hadden: lekker ontspannen en niet te officieel. Maar eerst gingen we naar het voormalige gemeentehuis van Aarle-Rixtel, in het rijtuigje van de buren.’
F: ‘Toen we elkaar het jawoord hadden gegeven, kwam Nele, die net kon lopen, achter de blokkenwagen naar ons toe.’
N: ‘Ze liep altijd achter die blokkenwagen totdat ze ergens tegenaan botste. En dan hup, liep ze weer in een rechte lijn een andere kant uit. Mijn moeder had een kussen op de wagen gelegd, met daarop onze ringen, en haar precies op het juiste moment losgelaten. Dus daar was ze, helemaal klef van het warme zomerweer en stralend.’
F: ‘Voor het feest hadden we een DJ uit het dorp gecharterd. Hij stond ’s middags al proef te draaien met allerlei Duitse schlagers. Dat komt helemaal goed, dachten we. En zo was het ook: alle vrienden en ooms en tantes stonden samen te swingen op de dansvloer.’
N: ‘Alleen was jij een beetje vergeten te eten.’
F: ‘Ja, hoe gaat dat? Eerst champagne, en daarna liep ik van tafeltje naar tafeltje met een glas in mijn hand. Je wilt toch met iedereen even praten.’
N: ‘Het gevolg was dat je tijdens de huwelijksnacht keihard naast me lag te snurken, wat je anders gelukkig nooit doet. En ik was alleen maar bezig om per telefoon gasten naar hun logeeradressen te gidsen. “Zie je dat grote witte huis? Daar moet je rechts afslaan.” Terwijl niemand natuurlijk een hand voor ogen zag op dat stikdonkere platteland.’

Scène 6:
Najaar 2005. De woning aan de Amsterdamse Aalsmeerweg.

De actrice maakt lange dagen op de set van de tv-serie Koppels. Haar man zit thuis met kind en hond. Een onbekende ervaring, die er flink inhakt.

F: ‘Ik had per 1 juni mijn contract bij Toneelgroep Oostpool opgezegd omdat ik meer wilde filmen. Die zomer deed ik ook meteen een groot project: de tv-serie Lieve Lust. Maar na de bruiloft werd het ineens stil. Eerst dacht ik nog: lekker een paar maanden vrij, maar het wàs helemaal niet lekker. Ik zie mezelf nog lopen achter de kinderwagen, in het druilerige herfstweer. Ging ik naar het park, bedacht ik halverwege dat ik geen luiers bij me had, dus dan kon ik weer terug. Een huisman was ik ook al nooit geweest. Ik heb je nog een keer gebeld uit de supermarkt omdat ik je boodschappenbriefje niet begreep: “Verse haricots, wat zijn dat?” Maar het ergste was het gevoel dat ik links en rechts gepasseerd werd, en dat het nooit meer goed zou komen.’
N: ‘Tot dan toe was het nooit voorgekomen dat ik wel werk had en jij niet. Omgekeerd wel, want ik heb nooit vast bij een gezelschap gezeten, maar ik vond het geen enkel probleem. Terwijl ineens bleek dat jouw gevoel van eigenwaarde heel sterk samenhing met het hebben van werk.’
F: ‘Dat is toch de klassieke gedachte dat je je gezin moet kunnen onderhouden. Al vind ik het alleen maar leuk als jij veel verdient.’
N: ‘Ik verdiende ook goed in die tijd, en ik had het enorm naar mijn zin bij Koppels. We mochten heel creatief zijn: improviseren, zelf scènes herschrijven. In die periode heb ik ontdekt hoe leuk ik schrijven vind. Elke dag vertrok ik fluitend naar de set, alleen kon ik niet al te vrolijk thuis kon komen, want jij zat daar verschrikkelijk níet blij te zijn. Die zwaarmoedigheid was best pittig.’
F: ‘We waren ook de eersten in onze vriendenkring die een kind kregen, dus ik had niemand om mijn ervaringen mee te delen. Sowieso ligt dat bij mannen anders dan bij vrouwen. Het is nog steeds niet zo dat ik een vriend bel en zeg: “Dan kom ik fijn bij jou koffie drinken met de kinderen.” Maar inmiddels weet ik wel dat zo’n periode van niets om handen hebben gewoon weer overgaat. Daardoor kan ik er nu meer van genieten.’
N: ‘Je bent ook gaan golfen. Toch iets waarin je je kunt bewijzen.’

Scène 7:
Maart 2009. Een dijkhuis in Amsterdam-Noord.

De actrice en de acteur krijgen een tweede dochter met een heel ander karakter: Rosa.

F: ‘In 2007 zijn we verhuisd van de Aalsmeerweg naar een heel leuk dijkhuis in Amsterdam-Noord. Dat lijkt verder weg, maar het is juist centraler. Als je de pont pakt, sta je zo midden in de stad.’
N: ‘We woonden daar een jaar toen ik weer zwanger raakte, van Rosa. En daarna ontdekten we dat de ene baby de andere niet is. Nienke was altijd een zoet en makkelijk kind, terwijl Rosa het leven in het begin wat lastiger vond.’
F: ‘Misschien vond jíj het lastiger. Rosa is emotioneler en opvliegender dan Nele, en daardoor minder eenvoudig te sturen.’
N: ‘Rosa zat gewoon niet lekker in haar vel. Ze was gefrustreerd omdat ze van alles wilde en nog niets kon.’
F: ‘En dat frustreerde jou.’
N: ‘Ik voelde me vooral machteloos. Rosa kon twee uur per dag liggen gillen. Daar word je gek van, zeker als je hormoonbalans nog volkomen zoek is.’
F: ‘Ik heb alle vertrouwen in Rosa. Ze straalt zoveel ambitie uit. Als ze iets in haar hoofd heeft, doet ze het. Ook al gaat ze duizend keer op haar bek. Die komt er wel, denk ik altijd.’
N: ‘Nu denk ik dat ook. Het is fascinerend hoe snel Rosa goed heeft leren praten. Pure noodzaak, want nu kan ze duidelijk maken wat ze wil. Daardoor is ze veel meer ontspannen.’
F: ‘Ik denk dat wij ons ook allebei prettiger voelen nu de kinderen wat ouder en zelfstandiger zijn.’
N: ‘Er is rust gekomen. We hebben het alle vier naar onze zin. Of, beter gezegd: alle vijf. Want Jan telt nog steeds volledig mee.’

‘Het voelde heel primair: we waren fanatiek bezig om ons nestje op tijd af te krijgen’  -Frederik

Scène 8:
Winter 2012/2013. Het dijkhuis in Amsterdam-Noord.

Ze hebben hun relatie goed op orde, vinden de actrice en de acteur. En dat is niet vanzelfsprekend.

N: ‘We doen allebei leuke dingen op het ogenblik. Ik sta in de voorstelling Contrapunt, naar het boek van Anna Enquist, en jij bent na de opnamen van Expeditie Poolcirkel aan de slag gegaan met de nieuwe tv-serie Danny Lewinski, die in het voorjaar wordt uitgezonden. Het scheelt ook dat we altijd gekozen hebben voor een vaste oppas in huis. Dat werkt tenminste met onze onregelmatige werktijden, en de kinderen blijven fijn in hun eigen omgeving, met hun eigen vriendjes en vriendinnetjes.’
F: ‘Jij speelt nog wel, maar schrijven is steeds belangrijker geworden. Je hebt nu zelfs je eerste toneelstuk geschreven.’
N: ‘Liefde en zo heet het. Kees Prins las het en zei: “Het is een relatiekomedie, maar dan zonder happy end.”’
F: ‘Jouw ouders zijn gescheiden toen je vier was. Liefde en zo gaat niet specifiek over hen, maar wel over twee mensen die samen een gezin starten en dan toch vrij snel uit elkaar gaan, zonder oorlogstaferelen.’
N: ‘Ik wilde dat onderzoeken omdat ik het me zo slecht kan voorstellen.’
F: ‘Terwijl mensen nu vaker uit elkaar gaan dan vroeger, zeker als ze kleine kinderen hebben. Dat blijft een confronterende fase.’
N: ‘Je komt elkaar altijd tegen in een relatie. Vroeger snapte ik niets van de manier waarop jij ruzie maakt. Zelf gooide ik er van alles uit, en dacht: roep nou iets terug. Maar dat deed je niet, en dan werd ik nog veel kwader. Nu weet ik dat je er op een later moment wel op terugkomt, als je erover hebt nagedacht. Misschien hebben we daarom ook niet zo vaak ruzie.’
F: Mijn ouders waren in 2010 veertig getrouwd. “Wat is jullie geheim?” vroeg ik aan mijn moeder. “Gewoon doorbijten”, zei ze lachend. Ze hebben een heel gelukkig huwelijk, maar die conjunctuurbewegingen houd je altijd.’
N: ‘Daarom ben ik best benieuwd hoe het zal zijn als we vanaf november samen mijn stuk gaan spelen. Dat wordt toch een nieuwe fase in onze relatie.’

Nienke & Frederik

Nienke Römer werd op 8 oktober 1975 geboren in Amsterdam. Ze is de dochter van Peter, de kleindochter van Piet en de zus van Thijs Römer. Na de toneelschool was ze onder andere te zien in de tv-series Rozengeur & Wodka Lime, Koppels en Suzanne en de mannen. Met haar rol in het toneelstuk Trouw (2005) won ze de Guido de Moor-prijs. Momenteel is ze te zien in het toneelstuk Contrapunt. Ze is tevens actief als scenarioschrijver.

Frederik Brom werd op 21 februari 1975 geboren in Leiden. Na de toneelschool was hij op televisie onder andere te zien in Lieve Lust, Julia’s Tango, The Phone (presentatie) en In therapie. Ook speelde hij in diverse films, waaronder Wilde Mossels, Zus en zo, Ik ook van jou, Alibi en De President. Momenteel is hij te zien als kandidaat in Expeditie Poolcirkel.

Scènes uit een huwelijk is al jarenlang een geliefde rubriek in Elegance. Lees hier in onze Library meer verhalen.

Laatste nieuws