Angela Schijf en Tom van Landuyt

Hun relatie begon met een hoofse briefwisseling. De Nederlandse actrice Angela Schijf (37) en de Vlaamse acteur Tom van Landuyt (49) zijn nu veertien jaar getrouwd. ‘Ik keek haar aan en dacht: Wat een blik. Die ogen, zo boordevol goesting!’

Scène 1

Zomer 2000, de kantine van een repetitiegebouw in Amsterdam.
Een Vlaamse acteur met zijn arm in het verband maakt een losse opmerking tegen een jonge Nederlandse actrice, dat ze een beetje op Romy Schneider lijkt. Zij legt haar hand op zijn schouder en zegt: ‘Wat is het toch een schatje!’

T: ‘Ik had een half jaar daarvoor een zwaar ongeval gehad en ik zat nog in het verband. Het was een komische situatie: zij stond te praten met haar Nederlandse collega’s en opeens was daar zo’n gehavende Belg die ook wat zegt. Ik had haar al eerder gezien en dacht toen al: wat een blik! Wat een sprankelende, vurige vrouw. Die ogen, zo boordevol goesting. Maar verder deed ik niets, want ik was nog te veel in stukken en brokken.’
A: ‘Ik kan me dat moment in die kantine minder goed herinneren. Ik zag Tom voor mijn gevoel voor het eerst tijdens een try-out van de voorstelling Rent van regisseur Ivo van Hove. Ik vond hem daarin zo ontzettend goed. En tijdens die voorstelling wisselden we een intense blik.’
T: ‘We toerden allebei met onze voorstellingen door Nederland en daardoor kwamen we elkaar voortdurend tegen – op affiches. En elke keer dacht ik: oh ja, dat is dat leuke meisje.’

‘Toen ze de deur opendeed wist ik: met haar ga ik trouwen’

Scène 2

September 2000, theater Carré in Amsterdam.
De jonge actrice speelt een hoofdrol in de musical 42nd Street, die net in première is gegaan. Er arriveert een kaartje voor haar in het theater. De afzender is ene Tom.
A: ‘Hij had mijn adres niet, dus stuurde hij dat kaartje naar Carré. Ik vond het lief en aardig, maar stuurde niet meteen een kaartje terug. Dat deed ik pas na het tweede of derde kaartje.’
T: ‘Je wist ook niet welke Tom het was.’
A: ‘Er stond: Tom van Rent. Maar er speelde twee Toms in Rent en ze waren allebei Belg. Maar de ene was homo, dus ik dacht: het zal de andere wel zijn.’
T: ‘Ik had iets onbenulligs op dat kaartje geschreven, ik weet niet eens meer wat. ‘Proficiat met je voorstelling’, zoiets. Daarna zijn we elkaar heel ouderwets gaan schrijven. Op papier, met een postzegel op een envelop. Het werden langzamerhand heel hoofse brieven. Met als aanhef: waarde dame, of dierbare dame.’
A: ‘We hebben elkaar een half jaar lang alleen maar geschreven. Ik wist niet eens meer precies hoe hij eruitzag, dus het was frappant hoe snel ik van alles toevertrouwde aan het papier.
T: ‘Het ging heel voorzichtig, met kleine stapjes.’
A: ‘Hij schreef zo mooi. Voordat we ons eerste afspraakje hadden, was ik al verliefd door zijn brieven.’
T: ‘Ik was eigenlijk al verkocht tijdens dat moment dat ze haar hand op mijn schouder legde in die kantine.’

Scène 3

Lente 2001, ergens tussen Antwerpen en Amsterdam.
 De Vlaamse acteur is wanhopig onderweg naar zijn eerste afspraakje met de Nederlandse actrice. Hij doet er wegens de vreselijke files vijf uur over.

T: ‘Ik geloof dat ik er nog nooit zo lang over heb gedaan om naar Amsterdam te komen. Ik vertrok om één uur en kwam om zes uur aan. Dus ik was helemaal gaar. Maar toen ze de deur opendeed, wist ik: met haar ga ik trouwen. Terwijl de avond nog moest beginnen.’
A: ‘Er stonden geen meubels in mijn huis, want mijn ex-vriend had alles meegenomen. Dus we moesten op de grond eten. Het was een soort picknick binnenshuis.’
T: ‘Ik vond dat echt geweldig. Ik kom uit een Bourgondisch land, dus ik verwachtte niet te veel van het eten. Maar ze kwam met een enorme hoeveelheid ontzettend lekkere hapjes aanzetten. Ik probeerde er heel beleefd zoveel mogelijk van te eten, zodat er niet te veel zou overblijven. Maar na die hapjes kwam ze ook nog eens met een gigantische ovenschotel. De toon was gezet. Gastronomisch zat het goed.’
A: ‘En toen was het vier uur ’s nachts en kon hij niet naar huis, want we hadden veel te veel wijn gedronken. Dus bleef hij slapen. Maar ik was mijn slaapkamer aan het schilderen en ik sliep zolang in een eenpersoons vouwbedje. We zijn er samen in gaan liggen. Een van ons op de rug, de ander moest op de zij. Maar we hebben elkaar niet aangeraakt. We wisten dat het te mooi was, dat we voorzichtig moesten zijn.’
T: ‘En de volgende dag scheen de zon.’
A: ‘Ik was knetterverliefd, maar ik had helemaal geen zin in een vriendje. Ik wilde vrij zijn. Maar ik wist dat ik hier niet onderuit kon.’

 ‘Ik schrok me dood. We waren drie maanden samen en dan al trouwen. Met een buitenlander die dertien jaar ouder was dan ik!’

 Scène 4

Ruim drie maanden later, op het balkon van een vervallen hotel, midden in de Provençaalse lavendelvelden.
De Vlaamse acteur valt voor de Nederlandse actrice op zijn knieën en begint te stotteren.
T: ‘Ik had haar meegenomen naar een hotel in de Provence waar ik ooit als kind was geweest. Daar wilde ik haar ten huwelijk vragen. Maar dat hotel bleek helemaal vervallen. Vergane glorie. Het sloeg nergens op!’
A: ‘Ik had hem verteld dat ik als meisje droomde van aardbeien en champagne op mijn huwelijksdag. Met mijn blote voeten in het natte gras.’
T: ‘Dus had ik champagne geregeld en de man in het hotel gevraagd of hij aardbeien had. Want ik wilde een tafel vol aardbeien. Maar die waren er helemaal niet. Ik kreeg er twee van hem, die had hij van een toetje of een taart gehaald. Daar ging mijn romantische idee. Het was allemaal heel spannend, want ik moest haar meelokken naar het terras voordat er andere gasten zouden zitten.’
A: ‘Ik begreep maar niet waarom hij zo’n haast had. Ik had niets door. En toen ging hij op zijn knieën. Heel ouderwets, zoals een prins in een sprookje. Maar je kwam niet uit je woorden.’
T: ‘Het was de slechtste scène die ik ooit heb gespeeld. En ik heb hem nochtans het hardst gerepeteerd van alle scènes in mijn leven. Ik kwam er gewoon niet uit.’
A: ‘Ik was lang stil en dat vond hij heel erg. Maar ik schrok me dood. We waren drie maanden samen en dan al trouwen. Met een buitenlander die dertien jaar ouder was dan ik!’
T: ‘Twaalf.’
A: ‘Maar alles in mij schreeuwde ja. Dus ik heb ja gezegd. Ik heb het niet gelijk van de daken geschreeuwd. Ik dacht: mensen gaan dit heel raar vinden.’

scenes uit een huwelijk

 

Scène 5 

3 juli 2002, Het stadhuis van Antwerpen.
Op het schoon verdiep, oftewel de eerste verdieping, heeft een huwelijksceremonie plaats. De bruid draagt slippers.

A: ‘Toen ik negen was, zag ik mijn schoonzusje overgeven tijdens haar bruiloft. Het was een feest met driehonderd man, ze droeg torenhoge hakken en een kokerrok waarin ze zich niet kon bewegen. Ze was misselijk van al het gedoe. Dat wilde ik niet. Dus ik trok slippers aan en een jurk die goed zat. En we nodigden maar een kleine groep gasten uit.’
T: ‘Ik zong eigen nummers voor Angela en er waren allerlei mensen die iets speelden of iets zeiden. De ceremonie duurde anderhalf uur, terwijl mensen normaal met een kwartier weer buiten staan.’
A: ‘Toen we ons ja-woord gingen geven, kwam Tom met een bak met gras aanzetten. Hij pakte een gieter, maakte het gras nat, deed zijn schoenen en sokken uit en zei: nu staan we toch met onze blote voeten in het natte gras. Zoals ik het als klein meisje had gedroomd.’

’Tom is zo intens, hij is niet te stoppen’

Scène 6

Herfst 2003, het huis van de Vlaamse acteur in Antwerpen.
Als hij zijn slaapkamer binnenkomt, ziet hij overal opgeblazen condooms liggen. De Nederlandse actrice staat er bij, ze lacht en reikt hem een speld aan.

Angela: ‘Op een dag reed ik van de set van de televisieserie Meiden van De Wit naar huis. Ik keek naar de lucht en voelde opeens heel sterk: ik wil moeder worden. Ik was jong. Ik was 23 toen we trouwden, maar Tom was de dertig al lang en breed gepasseerd. Hij had me laten weten dat hij graag een gezin wilde. Maar hij had ook gezegd: jij mag bepalen wanneer. Ik zat volop in een carrière die op stoom kwam, maar ik wist toen heel zeker: ik moet dit doen. Die avond heb ik dat kenbaar gemaakt met die condooms. We hebben ze allemaal kapot geprikt. Vanaf dat moment mocht het gebeuren. Het was de beste keuze die ik in mijn leven heb gemaakt.’
T: ‘Voor ik haar ontmoette, had ik nooit gedacht aan kinderen krijgen. Ik had zelfs nooit gedacht aan een huwelijk. Dat kwam gewoon niet bij me op. Omdat ik het nooit zo voelde. Bij Angela had ik dat wel. En toen ze zei dat ze kinderen met mij wilde, dacht ik: wow, nu is het echt serieus.’
A: ‘Ik was heel snel zwanger, dat hadden we niet verwacht. In juli 2004 kregen we onze eerste dochter. We noemden haar Bloem.’
T: ‘Ik vond het heel spannend om vader te zijn. Ik was voortdurend bang dat Bloem wat zou overkomen. Maar dat ging er wel vrij snel af hoor, bij Mensje en Zus had ik daar geen last meer van.’

scenes uit een huwelijk

Scène 7

Zomer 2004, de spoedafdeling van een ziekenhuis in Antwerpen.
Er komt een vrouw binnen met ernstige bloedingen. Ze wordt haastig weggevoerd door een geschrokken arts. Haar man blijft achter met een baby in zijn armen.

A: ‘De bevalling ging best goed, maar daarna is het misgegaan door een fout van de arts. Er was een stuk placenta achtergebleven. Maar we ontdekten dat pas een maand later.’
T: ‘Je kon niets. Even een boodschap doen ging al niet. Een blokje om en je was bekaf. Je gezicht was helemaal grauw.’
A: ‘Maar ik had geen idee dat er iets mis was.’
T: ‘Ze kreeg thuis een ernstige bloeding. Ik bracht haar naar de spoedafdeling van het ziekenhuis maar daar was geen dokter aanwezig, en de assistent treuzelde. En toen viel ze flauw. Eindelijk kwam er een arts die haar razendsnel wegvoerde op een brancard. Achteraf zei hij: ‘Als we vijf minuten hadden gewacht, was ze dood geweest.’
A: ‘Het is gelukkig allemaal goedgekomen. Ik heb twee dagen op de intensive care gelegen en zes zakken bloed gekregen. En ik knapte supersnel op. Ik stond er niet zo bij stil dat het slecht had kunnen aflopen. Ik vond het vooral erg dat ik mijn baby niet kon voeden.’
Tom: ‘Zij werd weggevoerd en ik bleef achter met Bloem in mijn armen. Dat was wel heftig. Na een uur kwam er iemand naar me toe die zei: ze heeft het gehaald. Ik dacht: ze heeft het gehaald?! Ik had geen idee dat het zo ernstig was.’

‘Achteraf zei de arts: ‘Als we vijf minuten hadden gewacht, was ze dood geweest’’

 Scène 8

Winter 2010, de zolder van een groot Antwerps huis.

Hier bivakkeren de acteur, de actrice en hun twee dochters terwijl ze de rest van het huis verbouwen. Het jongleren tussen gezin, carrière en verbouwing valt niet mee.

T: ‘We hebben anderhalf jaar op die zolder gewoond met zijn vieren. We hadden één pitje om op te koken en een magnetron.’
A: ‘De stoommaaltijden kwamen me mijn neus uit.’
T: ‘Het was een strenge winter. Het vroor beneden in het huis.’
A: ‘Als ik nu foto’s zie, denk ik: hoe hebben we het overleefd?’
T: ‘Ik deed veel zelf. Ik repeteerde ’s ochtends en dan fietste ik in de pauze hard naar huis om het houtwerk te schuren en snel een boterham te eten. Daarna fietste ik weer terug naar het theater en als ik om zeven uur thuis kwam, ging ik vernissen. Dan vier uur wachten en nóg een laag vernis aanbrengen. ’s Nachts stond ik op voor de derde laag vernis, want die mocht maar zes uur drogen anders werd-ie te hard. Ik heb zes maanden gewerkt aan alleen al het hout in het huis. Ik werkte met giftig spul, ik sliep weinig, we zaten constant in het stof. En dan woon je op dat zoldertje. Dat werd ons op een gegeven moment te veel. We leefden niet meer voor elkaar.’
A: ‘Het is het cliché waaraan heel wat huwelijken zijn bezweken: gezin, carrière en een verbouwing.’
T: ‘Je verliest elkaar. We maakten vaker ruzie.’
A: ‘Er kwam een punt dat we bij elkaar aan de bel hebben getrokken. En toen zijn we elkaar weer gaan schrijven. We gingen terug naar onze eerste modus. Gewoon weer een brief. Waardoor je weer even wat je van jezelf laat zien. We hadden soms gewoon geen tijd voor elkaar.’
T: ‘Te weinig tijd samen, dat kan erin hakken. Maar we spraken wel dingen uit wanneer het echt moest.’
A: ‘Nou soms ook weleens een beetje te laat. We zijn niet zulke praters.’
T: ‘Een bevriend stel adviseerde ons om eens iets samen te gaan doen, zonder de kinderen. Toen zijn we samen gaan skiën. En dat was horror. We misten de kinderen allebei verschrikkelijk. Na afloop zeiden we tegen elkaar: ‘Dat doen we nooit weer.’

scenes uit een huwelijk

Scène 9

Winter 2014, een repetitieruimte in Mechelen
De actrice en acteur werken voor het eerst samen aan een eigen productie: Kreuzersonate, als het verlangen maar stopt*. Gebaseerd op Tolstojs novelle.

T: ‘Omdat jij zo veel van huis bent, dacht ik dat het fijn zou zijn om samen een productie te doen. Ik maak heel graag theater en als je zo’n topactrice in huis hebt, waarom dan niet met haar?’
A: ‘Dit stuk gaat over de clichés in een huwelijk. Over elkaar zoeken, vinden en weer kwijtraken. Het had alles wat ons aansprak. Het is bijzonder om dit samen te doen. Omdat we elkaar op een andere manier leren kennen en opeens veel bij elkaar zijn. We zijn gewend veel van elkaar weg te zijn en nu zaten we echt 24 uur op elkaars lip. En het gaat over de liefde. Dat maakt het extra intens.’
T: ‘Het stuk gaat eigenlijk over wat ook uit dit interview blijkt. Het begint met halsoverkop in een relatie duiken die fantastisch is, en dan komen er gaandeweg allerlei dingen op je pad die het moeilijk maken. Alleen loopt het bij Tolstoj slecht af.’
A: ‘Het is mooi om samen te werken maar soms ook heel vervelend. Tom is zo intens, hij is niet te stoppen. Dan sta ik achter de potten en de pannen met drie kinderen en dan moet ik echt zeggen: nu even niet over dat stuk, Tom.’
T: ‘En dan denk ik: ze heeft gelijk. Ik zwijg vijf minuten en dan begin ik weer. Of ik maak haar ’s nachts wakker: ‘Zeg, als we nou eens dat doen?’ Het stuk gaat over de slechte en goede momenten in een huwelijk en het is zo mooi om zo’n productie met je vrouw te doen. Het is net alsof we onze hele relatie opnieuw spelen.’

* Vanaf 1 januari 2017 heerst er een verbod op het brengen van het toneelstuk. Meer weten? Klik hier.

Benieuwd naar andere liefdesverhalen? Klik hier. 

Laatste nieuws